Pagina's

dinsdag 19 januari 2010

De kop van De Koploper.

De eerste jaren nadat ik vast besloten was verder te gaan met de keramiek, wou ik wel eens zien wat die wereld te bieden had. Eén van de meest aangewezen plekken om het aanbod te verkennen, zijn de keramiekmarkten. Het zonnige Frankrijk loopt ervan over in de warmere maanden, zo vanaf april, mei tot laat in het najaar. Dat reserveren we voor de vakantiemaanden, een uitstapje in die richting. In Duitsland, ook een van dé landen bij uitstek voor de keramisten, wegens o.a. de hele Westerwald-regio met kwalitatieve klei in de ondergrond, worden ook behoorlijk wat mooie markten gehouden, zoals in juni in Höhr-Grenzhausen, de thuishaven van Fritz Rossmann die hier een workshop met porselein gaf. Nederland, op dat en nog andere vlakken soms een beetje het kleine broertje van Duitsland, kan je ook een aantal mooie markten bezoeken: Maaseik in juni, Dordrecht in oktober, het indrukwekkende Keramisto in Milsbeek in september, de tweejaarlijkse Goudse keramiekdagen en de evenementen in het historische Delft. Ik vergeet hier zeker nog een aantal mooie markten op mijn lijstje...
België hinkt een klein beetje achterop. Uiteraard hebben we het grootse evenement in het Waalse Andenne, de keramiekbiënnale waarbij in de gehele stad overal exposities zijn en een grote markt met zeer kwalitatieve keramiek. Maar hier in Vlaanderen, komt het wat trager op gang. Sinds enkele jaren is er een markt in Wachtebeke, die in 2010 verhuist naar Wippelgem, of all places, het wordt even zoeken met de GPS, maar misschien krijgt het wel terug het "kasteelallure" waarin de eerste edities zich baadden toen Beervelde de honneurs waarnam...
Zoals hogerop vermeld, is Duitsland een bakermat voor de keramiek en in het kleine Duitse stukje België ligt Raeren, waar naast het interessant keramiekmuseum ook tweejaarlijks een keramiekmarkt gehouden wordt. Deze laatste vindt plaats in september, ook dit jaar. Tijdens mijn eerste bezoek, was ik behoorlijk onder de indruk van het werk van Atelier Hasenberg. Tot op dat moment had ik niet veel meer gezien dan de witte, bruine en roodbruine huid van de naakte klei en de frisheid aan kleuren in het werk van dit Duitse koppel bracht me wat van mijn stuk. Als student was ik een tijd lang fan geweest van the Memphis style ontstaan rond de grote Oostenrijks-Italiaanse architect-designer Ettore Sottsass. Hij wilde het ontwerpen van het belemmerende juk van de industriële fabrikatie-druk ontdoen, onder het motto: “Don’t take design too seriously”, d.m.v. het gebruik van "ordinaire" basic vormentaal en fel kleurgebruik.

In 1978, Sottsass was al ruim 60 (een late maar productieve midlife?), schaarde hij een groep twintigers om zich heen. De stijl kreeg zijn naam vanuit een liedjestekst van Bob Dylan: "Stuck Inside of Mobile (With the Memphis Blues Again)" en ontstond bij het ontwerpen van een meubel- en verlichtingslijn, geïnspireerd op rock-and-roll, (P)op-Art, Elvis (Memphis is de geboorteplaats van The King), de Amerikaanse suburbs en anderzijds Egypte, de farao's en de god van de kunsten, Ptah (in Memphis, hoofdstad van het oude Egypte, stond de tempel van die god) . Experimenten met niet voor de hand liggende materialen, historische vormentaal, wereldse leopardprints en stripmotieven in de kleuren van Gaudi, flirtten onbeschaamd met de kitsch in de wereld van design, waar tot dan toe hautain 'bon ton, bon chic, bon genre' gesofisticeerd de scepter zwaaide. (Welgeteld één keer heb ik zelf een daarop geïnspireerd ontwerp ingediend, mijn punten bewezen dat ook in onze opleiding dergelijk gedrag niet echt werd geduld...)


Maar Sottsass kwam er wel een vijftal jaar zeer succesvol mee weg, tot hij de groep verliet, op het hoogtepunt van de roem, om zich terug ten volle op de architectuur toe te leggen.


Maar, de keramiek dus. Hierboven staat een keramisch object (suikerpot?) van Matteo Thun, Nefertiti. Bovenaan het artikel staat een theepot uit dezelfde reeks. De jonge architect bracht verschillende keramische ontwerpen uit tijdens de Memphibeweging waarvan hij medeoprichter was.

En daar, op die markt in Raeren, maakten de vrolijke felle kleuren in combinatie met ritmische zwart-wit motieven de herinneringen aan die periode in mij wakker, op de stand van Ines en Christoph. Ines is keramiste, Christoph de schilder. Speelse keramiek.



Hun kopjes worden mijn "eerste kop van de... week? ... maand? van De Koploper": (sinter-)engobes op basis van kleurrijke body stains en hier en daar een vleugje transparant glazuur, meestal functioneel gericht.

Geen opmerkingen: