Een reden waarom het werk van de pottenbakker zo wijfelend tot het domein van "de kunst" wordt toegelaten. Stil en luid protest toegelaten, het levert mooie en vindingrijke resultaten op. Neem nu het typerende werk van Tjok Dessauvage, de potstructuur, het zou een boegbeeld kunnen zijn: een pot die geen recipiënt meer is, gesloten en drager van een geometrisch verhaal. (Of hij daar zelf precies die boodschap mee wil ondersteunen, weet ik niet.)
Anderzijds is juist het optimaal beantwoorden aan de vereisten van de functonaliteit een grote verdienste van de ontwerper, de maker.
En voor de kunstenaar, dan?
De fylosofie van het goochelen met termen en de onmacht van de schikker-in-vakjes...
Het opleggen van vereisten, verscherpt de vindingrijkheid. Beperkingen dagen uit tot ultieme creativiteit.
Maar soms is het gewoon leuk, even niet het meest stabiele voetje onder je pot laten staan, maar gewoon wat spelen met de wetten van de zwaartekracht en elegant wezen op een naaldhakje.
Melanie Brown maakt hele mooie theepotten. Nu ook in reeksen. Reeksen naar vorm, glazuurkeuze en bak.
Omdat ik zelf ook wel eens speel met de hoogte van het dekseltje, spreken haar theepotten me heel erg aan. De idee om ze zo in reeksen voor te stellen, verheft de theepot volledig uit zijn utilitaire dwangbuis. Ik had het wel al eens zien doen met vazen, kommen, bekers en flesvormen, maar zo expliciet met prachtige theepotten, is nieuw voor mij en stemt me heel vrolijk!
Mijn excuses aan mijn professor ergonomie in een ver verleden...
Moet kunnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten